Van de voorzitter: een ‘kan niet mooier’ toegift na een prachtconcert!

Op zondag 9 maart, in onze eigen klassieke serie, was het de beurt aan Marlies van Gangelen op hobo en Charlie Bo Meijering op onze historische Steinway concertvleugel.
Voor een  bescheiden aantal aanwezigen  speelde het duo werk van onder andere Saint-Saëns, Schumann en Gershwin. Internationaler kon het niet. Voor het gemak waren de drie toegiften alvast vermeld. De laatste bijdrage van het duo trof mij bijzonder: een lied van de legendarische Franse Edith Piaf: La vie en rose.

Marlies lichtte hun keuze als volgt toe en zij citeerde Piaf: Hij heeft van die ogen die de lijnen doet neerslaan, een lach die zich in mijn mond verliest; dit is het portret van een man, van wie ik houd en bij wie ik hoor. Wanneer hij mij in zijn armen neemt  en zachtjes wat tegen mij zegt, dan zie ik ’t leven door een roze bril. Marlies eindigde haar woorden met een enigszins ontroerde stem: Hij is het voor mij, ik voor hem in het leven. Hij heeft ’t mij gezegd, hij heeft ’t voor mij gezworen. Voor het leven!

En toen moest hun prachtige apotheose nog beginnen. Je mocht meezingen en in de verte hoorde ik onze penningmeester zachtjes la vie en rose meezingen.
Het leven begeeft zich niet altijd op een roze wolk, maar die middag wel geruime tijd.

Onlangs kocht ik een boek van Bert Natter: Aan het einde van de oorlog. Aan de hand van eenendertig personages wordt in korte stukjes het leven op 20 april 1945 in een fictief concentratiekamp geschilderd. Al lezende besef ik dat ik nog een boek van Natter heb: Goldberg. Als Bach-liefhebber moet je deze naam natuurlijk kennen van de Goldberg-variaties. Bij tijd en wijle speel ik deze af; de opnamen van Glenn Gould, versies uit 1955 en 1981. 
En je moet het zeker afluisteren als je het boek van Anna Enquist: Contrapunt erbij pakt en leest: De vrouw met het potlood hing over de tafel en las in een zakpartituur van de Goldbergvariaties. Het potlood was gemaakt van voornaam zwart hout. Er zat een zware zilveren dop op, waarin een puntenslijper verborgen was. Het potlood zweefde boven een leeg schrift. Naast de partituur lagen sigaretten en een aansteker.
Zo begint Enquist aan haar studie op de variaties met in haar achterhoofd het noodlottig ongeval van haar dochter. Toets voor toets, stapje voor stapje, variatie voor variatie komt dat verleden terug.

En zo kwam ik op een podcast van Bert Natter: Bach …….tot op het bot.  Tijdens de coronajaren vraagt Natter zich af hoe stil het in de tijd van Bach geweest moest zijn. In vijftien afleveringen, probeert hij te onderzoeken wat er met het lichaam van Bach na zijn overlijden is gebeurd. Met talrijke muziekfragmenten lardeert hij zijn vergeefse speurtocht. Naast de Thomaskirche in Leipzig staat dan wel een robuust standbeeld van Bach, maar meer rest er niet van hem.
Na bijna zes uur luisteren legt Natter een merkwaardige verbinding met zijn woonplaats Eemnes. Op 20 februari 1944, bombardeerden eerst Engelse Lancasters en later honderden Amerikaanse bommenwerper de stad Leipzig. Er vielen aan geallieerde kant meer slachtoffers dan aan Duitse zijde. Een van deze vliegtuigen wordt geraakt boven het IJsselmeer en komt in de weilanden terecht van zijn woonplaats. Resultaat, vijf doden die geborgen worden, één bommenrichter overleeft de crash, maar de zevende, een telegrafist, wordt nooit gevonden en moet nog in het vliegtuig liggen dat nooit geborgen is. Zo krijgt Natter toch nog botten, maar niet die van Bach.

Kunt u het nog volgen? En dat met de Johannes Passion van die onnavolgbare Bach op 16 maart in de Oosterkerk.

Na een geslaagde bruiloft van de familie Lips, betrokken buren van de Oosterkerk, moest ’s avonds om kwart over acht de zaal compleet omgebouwd worden. Podium op de dansvloer, ronde tafels terug  op hun plaats en de vertrouwde opstelling van de stoelen, zodat de NGK zondagochtend kon kerken en vanaf twaalf uur het Bach Ensemble Amsterdam zijn uitvoering van de Johannes Passion kon geven.

Zonder ongemak ging dat niet. Tijdens de bruiloft raakten de beamers buitenwerking, zodat de NGK een eigen scherm moest plaatsen. Dit leverde vertraging op, zodat de inspeeltijd van het orkest ook vertraging opliep. Bovendien wilde het ensemble een kleiner podium dan onze vrijwilligers hadden neergezet. Geen nood, enkele aanwezige musici en zangers staken de handen uit de mouwen en een deel van het podium werd weer afgebroken en weggezet.

Improvisatie die met veel enthousiasme werd uitgevoerd en zo kon de lezing door Onno Verschoor, voorafgaande aan de uitvoering, op de geplande tijd plaatsvinden.

Om drie uur liep de Oosterkerk vol met meer dan tweehonderd bezoekers. Het Bach Ensemble had ervoor gekozen om geen pauze in te lassen, zodat het tweede deel onmiddellijk uitgevoerd kon worden. Vlak voor vijf uur klaterde een langdurig applaus los, dat minuten lang aanhield.

Het was weer een feest van muziek op twee achtereenvolgende zondagen in maart 2025.

Eddy Boom
voorzitter